10.5.2024
Artikel

Hoe beleg je als Warren Buffett?

De 93-jarige Warren Buffett is voor veel beleggers de ultieme held. Zijn wijsheden en strategie leverden fenomenale rendementen op. Wat zijn de geheimen van de meester?

In een tot de nok gevuld conferentiestadion in Omaha, Nebraska, hingen vorige zaterdag 40.000 aandeelhouders aan de lippen van de 93-jarige CEO van Berkshire Hathaway Onder hen bevond zich de crème de la crème van corporate America, zoals Apple-CEO Tim Cook en Microsoft-stichter Bill Gates. En enkele tientallen Belgen, onder wie De Tijd-redacteur Evert Nerinckx. Honderdduizenden anderen volgden de algemene vergadering van de holding via het internet.

Buffett is de langetermijnbelegger bij uitstek. Sinds het ‘orakel van Omaha’ het textielbedrijfje Berkshire Hathaway in 1964 overnam en het tot een investeringsmaatschappij omvormde, steeg de boekwaarde jaarlijks meer dan 18 procent. De beurskoers deed het nog iets beter. Wie 60 jaar geleden 1.000 dollar in Berkshire stopte en nooit in de verleiding kwam te verkopen, zag zijn investering uitgroeien tot net geen 50 miljoen dollar.

De duizelingwekkende winst bewijst de geniale aanpak van Buffett. Hij scoort sinds de start bijna dubbel zo goed als de S&P500, de index van de grootste 500 Amerikaanse aandelen. Het bewijst ook de kracht van wat in het Engels ‘compounding value’ wordt genoemd. De winst genereert telkens meer winst, wat een enorme hefboom op de eerste investering zet en tot een torenhoog samengesteld rendement leidt. Dat Berkshire nooit een dividend uitkeerde, hielp. Daardoor stroomde ook nooit een cent dividendtaks naar de overheid.

Wat is het geheim van de goeroe? Kan je beleggen zoals Buffett? We gingen op zoek naar tips in de honderden brieven, jaarverslagen en uitspraken die hij en zijn vorig jaar overleden kompaan Charlie Munger deden. Die laatste was volgens Buffett de ‘architect’ van Berkshire. En we vroegen het aan enkele Buffett-kenners.

Buffett staat bekend als een waardebelegger, iemand die op zoek gaat naar bedrijven die goedkoop zijn tegenover hun intrinsieke waarde. In het begin kocht hij vaak aanmodderende ondernemingen, waar hij winstpotentieel zag in de onderliggende activa.

‘Die aanpak veranderde vrij snel’, legt Pieter Slegers uit. Hij is wellicht de bekendste Belgische ‘Buffetteer’. Onder het pseudoniem Compounding Quality bereikt Slegers met zijn nieuwsbrief, gebaseerd op de principes van Buffett, 230.000 wereldwijde beleggers. Zijn account op X telt 368.000 volgers. Hij werkte mee aan het pas verschenen boek 'The Art of Quality Investing' van Luc Kroeze, dat hoog scoort in de bestsellerslijst op Amazon. Slegers was er zaterdag bij in Omaha. We spraken hem telefonisch toen hij op de luchthaven van Dallas vastzat wegens tornado’s.

‘Buffett schakelde vrij snel over naar wat we kwaliteitsinvesteren noemen’, zegt Slegers. ‘Dat principe is gegrondvest op één simpel idee: alleen het beste is goed genoeg! Koop de beste kwaliteitsbedrijven tegen een faire prijs, in plaats van faire bedrijven tegen prachtige prijzen. Laat dan de tijd en de samengestelde returns hun werk doen.’

Sterk merk

Met andere woorden: je moet niet per se voor de goedkoopste aandelen gaan. In 1972 had Berkshire de mogelijkheid om de snoepmaker See’s Candies te kopen voor 30 miljoen dollar. Dat was toen een stevige som voor de holding, en fors boven de boekwaarde van 8 miljoen dollar. Buffett aarzelde. Hij was gewend bedrijven te kopen onder hun boekwaarde, de tastbare som van alle onderliggende activa.

Maar zijn sparringpartner Charlie Munger raadde aan door te zetten met de overname. See’s Candies was een supersolide merk waaraan de oprichtersfamilie al een halve eeuw had gebouwd, en beschikte over een trouwe klantenbasis. Het slaagde erin zijn prijzen jaarlijks te verhogen zonder een klant te verliezen. Dat is uitzonderlijk en waardevol.

Bovendien realiseerde See’s Candies een groeiende bedrijfswinst van 5 miljoen dollar op een omzet van 30 miljoen. De 8 miljoen dollar aan activa brachten omgerekend een jaarlijkse return op van 63 procent. Gemeten naar de winstgevendheid was het dus wel een superkoopje. Buffett - een ‘marchandeur’ in hart en nieren - slaagde er nog in 5 miljoen van de vraagprijs af te knabbelen.

Daarna deed de kracht van de samengestelde rendementen en groei haar werk. Sinds de aankoop leverde See’s Candies Buffett meer dan 2 miljard dollar winst op. De les? Kijk niet alleen naar de tastbare waarde, maar ook naar de sterkte van het merk, de intellectuele eigendom en de klantenbasis. Had hij vastgehouden aan zijn eerste geloof om altijd minder dan de boekwaarde te betalen, dan was hij later ook niet in topbedrijven als Coca-Cola gestapt.

‘Voor Buffett moet een bedrijf structureel winstgevend zijn, liefst ook groeien, een degelijk rendement op kapitaal genereren en bij voorkeur ook kunnen groeien zonder veel bijkomend kapitaal nodig te hebben’, stelt Kris Hermie, de hoofdstrateeg van Value Square.

Voor Buffett mogen de bedrijfsresultaten niet te wispelturig zijn.
- Kris Hermie

Die vermogensbeheerder hanteert de principes van het waardebeleggen. Ieder jaar reikt hij de Value Creation Awards uit voor het Belgische bedrijf dat zijn boekwaarde in tien jaar het meest kon doen groeien, en vergelijkt dat met de prestaties van Berkshire Hathaway. Vorig jaar scoorden amper acht Belgen beter dan Buffett: VGP, Melexis, WDP, Lotus, EVS, Jensen, Montea en Brederode. Eind deze maand reikt Value Square de nieuwe Awards uit.

Lees gratis verder
Nadat u onderstaand formulier heeft ingevuld, heeft u toegang tot de rest van dit artikel.
Lees gratis verder
U heeft nu toegang tot de rest van het artikel.

Slotgracht

Voor Buffett mogen de bedrijfsresultaten ook niet te wispelturig zijn’, vervolgt Hermie. ‘De frisdrankenreus Coca-Cola of de kredietkaartenaanbieder American Express  zullen hun omzet niet van de ene dag op de andere zien instorten. Ze hebben een slotgracht rond hun businessmodel. Bij Coca-Cola is dat door de merknaam. Bij de elektronicagroep Apple of American Express door het gebruiksgemak, en de inspanningen die je moet doen om over te schakelen op het product van een concurrent.’

‘Al vindt Buffett ook een compromis in zijn portefeuille. Zo hebben de treinactiviteiten van Berkshire (de spoorwegmaatschappij BNSF, red.) wel veel kapitaal nodig. Maar de enorme vervangingswaarde van al die treinen en de grote entreebarrière voor nieuwe spelers maken dat dat soort bedrijven in de filosofie van Berkshire past.’

Pure groeiaandelen, waar het potentieel vooral in de toekomst ligt, die voorlopig verlieslatend zijn en wellicht nog veel kapitaal nodig zullen hebben, interesseren Buffett niet. ‘Ook start-ups komen voor een waardebelegger niet in aanmerking’, benadrukt Hermie. ‘Omdat je daar de klassieke waarderingsmaatstaven nog niet op kan toepassen om tot een faire waarde te komen. Op die manier kan je bijvoorbeeld veel biotechbedrijven uitsluiten.’

In zijn boek somt Kroeze de criteria op waaraan een bedrijf van topkwaliteit à la Buffett moet voldoen. Het gaat in de eerste plaats om kwantitatieve vereisten op basis van de naakte cijfers. Het bedrijf moet een trackrecord hebben van jaren omzet- en winstgroei, dat vertaald wordt in een riante cashflow en een hoog rendement op het eigen vermogen. De balans moet gezond zijn. Bedrijven met veel schulden vallen dus uit de boot.

Daarnaast zijn er kwaliteitseisen. De onderneming moet makkelijk te begrijpen zijn, al is dat voor iedereen anders. Snap je niet wat het bedrijf doet en hoe het winst maakt, blijf er dan van weg. De activiteiten gebeuren het best wereldwijd en met een grote klantenbasis, zodat de gebeurtenissen in één land of met één klant geen fiasco hoeven te zijn. Het bedrijf moet een competitief voordeel hebben, het potentieel om te groeien, een sterke prijszettingsmacht, een leiderspositie in zijn markt, en een competent en eerlijk management. En ten slotte moet het bestand zijn tegen recessies of disrupties.

‘Je moet altijd naar het hele plaatje kijken’, zegt Slegers. ‘Maar als ik er dan toch de voor mij twee belangrijkste criteria moet uitkiezen: de ‘moat’ - de slotgracht of het competitieve voordeel - en de manier waarop het bedrijf zijn kapitaal inzet. Een sterk, winstgevend bedrijf dat zijn kapitaal op de goede manier herinvesteert, kan tot een samengestelde winstartiest uitgroeien. Maar je kan dat kapitaal ook verkeerd inzetten. Grote overnames vernietigen bijvoorbeeld meestal waarde, terwijl kleine, gerichte overnames die een specifieke technologie of gekwalificeerd personeel aanleveren vaak wel waarde creëren.’

‘Voor mijn eigen portefeuille selecteer ik alleen bedrijven die de voorbije tien jaar een gemiddeld rendement van minstens 15 procent op hun kapitaal haalden. De brutowinstmarge moet liefst boven 40 procent liggen’, verduidelijkt Slegers. ‘Van de 60.000 genoteerde bedrijven in de wereld blijven er na een eerste cijferscreening een 400-tal over. Bij een tweede selectie op basis van uitsluiting kom je tot zo’n 250 bedrijven. Daar moet je dan echt in de diepte gaan en de kwaliteitscriteria op toepassen.’

Een voorbeeld van een bedrijf dat aan alle criteria van Slegers voldoet, is het Amerikaanse Copart. ‘Dat bedrijf koopt auto’s van banken, verzekeraars en leasingmaatschappijen, maar ook van particulieren, en verkoopt die weer via het internet. Jaarlijks gaat het om meer dan 3 miljoen wagens. Op de Europese beurzen voldoet de luxegroep LVMH aan alle eisen. Belgische aandelen heb ik niet, maar Luc Kroeze is fan van bijvoorbeeld Melexis.’

Kent de manager alle nodige details van het bedrijf? Of is hij of zij eerder high level managementtalk - lucht dus - aan het verkopen?
- Jens Verbrugge

Jens Verbrugge, een fondsbeheerder van Value Square, kijkt sterk naar de kwaliteiten van de bedrijfsleiders. ‘Als je begint met het lezen van de jaarrapporten en het beluisteren van de resultatencalls krijg je al een goede indicatie van de kwaliteit van het management. Kent de manager alle belangrijke details van het bedrijf? Of is hij of zij eerder high level managementtalk - lucht dus - aan het verkopen? Doet het management wat het gezegd heeft, en zegt het management wat het doet? Dat zegt al heel veel.’

Geduld

Een cruciale eigenschap van Buffett die veel beleggers ontberen, is geduld. Aandelen van bedrijven van topkwaliteit kan je jaren laten liggen, en de tijd zijn werk laten doen. ‘Een waardebelegger moet maar zelden reageren op het nieuws van de dag’, beaamt Verbrugge. ‘Dat betekent niet dat je de evoluties niet moet opvolgen. Trends negeren kan op lange termijn nefaste gevolgen hebben. Dat maakt beleggen zo boeiend.'

Technologische, sociologische of fiscale veranderingen kunnen hele sectoren ontwrichten. 'Artificiële intelligentie, bijvoorbeeld, maakt sommige slotgrachten minder diep', zegt Verbrugge. 'Vooral de meer creatieve sectoren, waar ze teksten schrijven of audio en video bewerken, lopen gevaar. Voor reclamebureaus en artiesten kan dat een probleem vormen. In andere sectoren creëert AI net kansen. Melexis profiteert al jaren van de trend richting meer sensoren en chips in wagens, waar AI zijn intrede doet. D’Ieteren pikt via Carglass-moeder Belron een graantje mee van de steeds geavanceerdere autoramen en sensoren die geherkalibreerd moeten worden.’

‘De grootste fout die je kan maken, is de slotgracht rond het bedrijf verkeerd inschatten’, zegt ook Slegers. ‘Disruptie is het grootste gevaar. Voor bedrijven als Coca-Cola of Nike is het risico op disruptie minder groot. Mensen zullen over tien jaar nog altijd een Coke drinken of op Nikes rondlopen. Maar wie de kampioenen zullen zijn in AI, kan ik moeilijk inschatten.’

Hoe goed je ook je best doet, besef dat je fouten zult maken. Zelfs Buffett verandert niet alles wat hij aanraakt in goud. In 2011 investeerde hij 11 miljard dollar in de IT-reus IBM. Zeven jaar later verkocht hij met een zwaar verlies. Berkshire dumpte zopas ook al zijn aandelen van de mediagroep Paramount Global. ‘Met verlies’, erkende Buffett zaterdag.

Maak je portefeuille ook niet te groot. De genoteerde portefeuille van bijna 350 miljard dollar van Buffett bestaat uit amper een 40-tal aandelen. ‘Een van de meest dwaze dingen die ze je leren op de universiteit over beleggen, is dat je enorm moet diversifiëren. Dat is krankzinnig. Als je al drie opportuniteiten in een jaar vindt, is dat veel’, zei Munger daar ooit over.

Wat je wel moet doen, is een behoorlijke portie cash aanhouden. Als er slechte tijden komen en de beurs goedkoop noteert, moet je over munitie beschikken om toe te slaan. Buffetts cashpositie is aangedikt tot een record van 189 miljard dollar.

Ted & Tod

Wanneer moet je verkopen? ‘De beste timing om een kwaliteitsaandeel weg te doen? Nooit!’, zei Buffett meermaals. Tenzij dat aandeel door zijn uitzonderlijke klim een zeer groot deel van de portefeuille gaat bepalen. Buffett trimde dit jaar 13 procent van zijn belang in Apple. De instap in de IT-reus in 2016 was een van de beste zetten van het voorbije decennium. Onder impuls van het managersduo Ted & Tod - Ted Weschler en Todd Combs - injecteerde Berkshire 40 miljard dollar in de iPhone-maker. Dat belang was eind vorig jaar 175 miljard waard, een vijfde van heel Berkshire. Dat Buffett wat van die mammoetsom afroomt, mag niet verbazen. Hij deed het ook in 2017, 2018 en 2019. Toch blijft hij een ‘absolute fan’ van Apple.

Ted & Tod beheren sinds 2011-2012 een klein deel van Berkshire. Weschler kreeg de job nadat hij twee jaar na elkaar het meest op tafel had gelegd voor de jaarlijkse liefdadigheidslunch met Buffett. Combs werd ingehuurd nadat hij een brief had geschreven aan Munger met tal van argumenten om hem te ontmoeten.

Wees niet teleurgesteld als u het iets slechter doet dan de grootmeester. Zelfs Ted & Tod, die jaren elke maandag lunchten met Buffett, slagen daar niet in. De krant Financial Times nam de beslissingen van het duo onder de loep. Ze hebben minder geduld dan hun mentor. Ze verkopen sneller en halen magerder returns. De eerste jaren na hun aantreden slaagden ze er nog in de S&P500 te kloppen. Maar de voorbije tien jaar scoren ze met een rendement van gemiddeld 7,8 procent slechter dan de 12 procent voor de S&P500. En minder dan de 10,2 procent die Buffett met zijn eigen investeringen haalde.

De jongste tien jaar doet Berkshire het dus iets slechter dan de S&P500. Een gevolg van de enorme schaalgrootte, aldus Buffett. ‘Weinig bedrijven zijn nog in staat onze wijzer fundamenteel te laten bewegen. Het is een structureel voordeel om minder geld te hebben’, zei hij zaterdag. ‘Ik denk dat ik een winst van 50 procent kan halen op 1 miljoen dollar. Ik weet dat ik dat kan. Ik garandeer dat!’

De kleine belegger wordt niet gehinderd door zo'n megaomvang. ‘De megacaps die Berkshire zouden kunnen doen bewegen, zijn duur. Veel kleine aandelen niet. Omdat grote, actieve beleggers en de pers die minder opvolgen, zijn er vaker mispricings te vinden’, zegt Hermie.

'Een kleine belegger kan makkelijker naar onontdekte parels zoeken', stelt Simon Renty, analist van het beursblad De Belegger. 'Ook in Brussel zijn er bedrijven die laag gewaardeerd zijn, een hoog dividend uitkeren en toch nog groei moeten kunnen realiseren. Denk aan de lingeriefabrikant Van de Velde of de winkelverhuurder Vastned Belgium. Kijk ook over de landsgrenzen heen: wat dacht je van de Franse kaasmaker Savencia? Een familiaal geleid bedrijf met sterke merken dat tegen amper 7 keer de winst en flink onder de boekwaarde noteert.'

Om als Buffett te beleggen, kunt u vanzelfsprekend ook aandelen Berkshire Hathaway kopen. Volgens de informatieleverancier Morningstar noteren die zo’n 5 procent onder de intrinsieke waarde. Dan mist u wel de fun om zelf het spel te spelen, wat Buffett naar eigen zeggen zo jeugdig houdt.

Disclaimer

* Er ging iets mis met het versturen van het formulier. Probeer het aub nog een keer.
Terug naar blog overzicht